Rijksakademie van beeldende kunsten
De Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam richt zich op het ontwikkelen van talent in de beeldende kunsten. Zij selecteert en faciliteert toptalent en biedt de geselecteerde kunstenaars een platform voor verdere ontwikkeling en verdieping van het werk. Ook presentatie van het werk en aansluiting op het internationale netwerk maken deel uit van het tweejarige residency-programma. Voor veel oud-residents heeft een verblijf aan de Rijksakademie geleid tot hun internationale doorbraak.
Kunstenaars als August Allebé, Antoon Derkinderen, Jan Toorop, Berlage, Breitner, Piet Mondriaan, Constant, Karel Appel en vele anderen zijn de huidige resident artists voorgegaan.
De Rijksakademie van beeldende kunsten is in 1870 bij wet opgericht door Koning Willem III als opvolger van de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten, de Amsterdamse Stads Teekenacademie (18de eeuw) en de Konstkamer (17de eeuw).
Sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw is het schoolse model van werken losgelaten en kreeg de Rijksakademie de vorm van een ‘artist residency’; lesprogramma’s zijn losgelaten, klaslokalen omgebouwd tot ateliers en leraren vervangen door ervaren kunstenaars (advisors) die individuele atelierbezoeken afleggen.
Vanaf 1985 heeft de Rijksakademie zich sterk internationaal ontwikkeld, het aantal aanmeldingen is sterk toegenomen, het team van advisors geïnternationaliseerd en werk van alumni is over de hele wereld te zien. Het is inmiddels een mondiaal erkend instituut.