Het Noordbrabants Museum presenteert kunst, cultuur en geschiedenis van Noord-Brabant aan iedereen – Brabanders en niet-Brabanders. Het museum is bij uitstek dé plaats waar waardevolle kennis en roerend cultureel erfgoed van Brabant wordt bewaard en tentoongesteld.

Educatie, artistieke kwaliteit en emotie zijn de belangrijkste uitgangspunten voor de presentaties en de activiteiten; hiermee wil het museum zijn bezoekers vermaken, samenbrengen en prikkelen. Door middel van menselijke verhalen brengt het museum de thema’s uit de opstelling dichterbij, waardoor zij voor de bezoeker een bron van inspiratie kunnen zijn.

Het Noordbrabants Museum ontstond uit het in 1837 opgerichte Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in ‘s-Hertogenbosch. Pas in 1925 kreeg de verzameling een eigen ruimte toen de voormalige Jacobskerk in de Bethaniëstraat als museum in gebruik werd genomen. Daar groeiden de collectie en de bekendheid.

Een nieuwe fase begon in 1987 met de verhuizing naar het voormalige gouvernement aan de Verwersstraat. In dit stadspaleis uit de achttiende eeuw, is nog een oorspronkelijke kapel aanwezig uit 1609, gebouwd door de Jezuïeten. Architect Wim Quist restaureerde het oude pand en voegde een nieuwe vleugel toe. Bierman Henket architecten hielden de ‘Quistvleugel’ overeind, maar breidde de deze uit. De nieuwe zalen worden omringd door museumwoningen die een blinde gevel aan het aangrenzende plein voorkomen.

De binnentuin van het museum wordt beschouwd als een van de mooiste en rustigste tuinen van de hele gemeente ’s-Hertogenbosch. Aandachtspunt in de tuin is de enorme rode beuk uit 1850. De centraal gelegen monumentale museumtuin vormt een belangrijke schakel en oriëntatiepunt tussen het Design Museum Den Bosch en Noordbrabants Museum.