Hans Achterhuis
Hans Achterhuis is emeritus hoogleraar Wijsbegeerte aan de Universiteit Twente. Hij is bekend als publieke intellectueel die zich regelmatig mengt in maatschappelijke discussies. De nadruk in zijn werk ligt op de sociale filosofie, waarbij hij zich heeft gericht op thema’s als ontwikkelingshulp, welzijnswerk, schaarste en technologie. Eind 2008 verscheen zijn magnum opus Met alle geweld. Zijn laatste boek is De utopie van de vrije markt uit 2010.
Achterhuis studeerde theologie en filosofie in Utrecht en Straatsburg. Hij promoveerde met een proefschrift over Albert Camus. Lange tijd combineerde Achterhuis zijn wetenschappelijke werk met functies bij maatschappelijke organisaties (Werelddiaconaat, Nederlands Centrum voor Buitenlanders). Als docent sociale filosofie was hij verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, onder andere bij de afdeling Andragologie. In 1988 werd Achterhuis bijzonder hoogleraar milieufilosofie aan de Universiteit van Wageningen. Van 1990 tot zijn emeritaat in 2007 bekleedde hij de leerstoel Wijsbegeerte aan de Universiteit Twente.
Het oeuvre van Achterhuis kenmerkt zich door de verbinding van filosofie met actuele maatschappelijke vraagstukken rond bijvoorbeeld ontwikkelingshulp, welzijnswerk, gezondheidszorg en de milieuproblematiek. Begrippen als arbeid, schaarste, utopie, techniek of geweld, die een belangrijke rol spelen in het begrijpen en ervaren van actuele problemen, worden door Achterhuis aan een kritisch onderzoek onderworpen. Deze aanpak, waarbij filosofie wordt gekoppeld aan een uitgebreid onderzoek van dossiers, rapporten en krantenartikelen, heeft Achterhuis met een aan Michel Foucault ontleende term wel actualiteitsanalyse genoemd. Daarnaast voelde Achterhuis zich in het verleden sterk verwant met het werk van Ivan Illich. Het meest blijvend is hij echter beïnvloed door Hannah Arendt.
In april 2011 werd Achterhuis voor twee jaar benoemd tot ‘Denker des vaderlands’.