Recent Histories
Voor de tentoonstelling Recent Histories hebben Huis Marseille en The Walther Collection (New York/Neu-Ulm) de handen ineengeslagen om een unieke presentatie van Afrikaanse fotografie en videokunst te realiseren. Afrikaanse fotografie vormt een zwaartepunt in het verzamelbeleid van beide instellingen en voor deze tentoonstelling heeft Huis Marseille een ruime keus kunnen maken uit de gelijknamige expositie van The Walther Collection die in 2017 in Neu-Ulm te zien was.
Recent Histories in Amsterdam combineert het recente werk van jonge Afrikaanse fotografen met het werk van Afrikaanse fotografen van verschillende generaties uit de collectie van Huis Marseille en de Han Nefkens H+F Collection. Van David Goldblatt (1930–2018), de grand old man van de Zuid-Afrikaanse fotografie, tot Lebohang Kganye (1990), die in 2011 haar opleiding afrondde in Johannesburg. De tentoonstelling verenigt de uiteenlopende perspectieven van deze fotografen op hun land en hun continent. De thematiek die hun werk verbindt, gaat over identiteit, migratie, afkomst en de erfenis van het kolonialisme in relatie tot hun persoonlijke ervaringen.
De titel van de tentoonstelling verwijst naar verhalen en geschiedenissen die in het werk van deze fotografen en kunstenaars samenkomen, zich ineenstrengelen en dan weer in verschillende richtingen afbuigen. Het doel van de tentoonstelling is om dat wat hun werk ‘Afrikaans’ maakt te laten spreken uit de manier waarop elke fotograaf afzonderlijk zich tot dat idee verhoudt, en niet vanuit een vooropgesteld academisch concept. Niettemin zijn er diverse thema’s aan te wijzen die als een rode draad door hun oeuvres lopen.
Kunstenaars als Em’kal Eyongakpa, Délio Jasse, Mame-Diarra Niang, Dawit L. Petros en Michael Tsegaye onderzoeken ieder op hun manier de invloed die maatschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen hebben op het landschap, de openbare ruimte, de architectuur en het dagelijks leven. En wat die ontwikkelingen betekenen voor hun eigen identiteit. Zij tonen niet het pittoreske van het overweldigende Afrikaanse landschap, maar de manier waarop de omgeving als een prisma de gevolgen van migratie, kolonialisme, oorlog, industrialisatie en, in het geval van Zuid-Afrika, apartheid reflecteert. Deze thematiek is ook terug te vinden in de foto’s van David Goldblatt en Guy Tillim.
In het werk van fotografen als Mimi Cherono Ng’ok, Lebohang Kganye, Zanele Muholi en Thabiso Sekgala staat de individuele ervaring centraal en de emotionele binding die kunstenaars onderling voelen. Evenals de manier waarop zij navigeren tussen verschillende sociale omgevingen. Voor fotografen die veel reizen, zoals Mimi Cherono Ng’ok, of buiten Afrika wonen, zoals Mame-Diarra Niang (Frankrijk) en Dawit L. Petros (Canada/VS), is Afrika niet zozeer letterlijk een plek waar ze verblijven of die ze fotograferen als wel een state of mind.
Tot het laatste decennium van de 20e eeuw werd fotografie in relatie tot Afrika meestal alleen gezien in het licht van reisfotografie en etnografische fotografie, meestal gemaakt door westerlingen. In Afrika zelf werd fotografie heel lang voornamelijk als toegepaste kunst beschouwd. Dat het medium ook een autonome kant heeft, werd maar mondjesmaat erkend. De Nigeriaanse kunstcriticus en curator Okwui Enwezor heeft een belangrijke rol gespeeld in de emancipatie van de hedendaagse Afrikaanse kunst, en van Afrikaanse fotografie en videokunst in het bijzonder. In 1996 maakte hij voor het Solomon R. Guggenheim Museum (New York) een van de eerste overzichtstentoonstellingen over Afrikaanse fotografie: In/Sight: African Photographers, 1940 to the Present, tien jaar later gevolgd door de baanbrekende tentoonstelling Snap Judgments: New Positions in Contemporary African Photography in het International Center of Photography (New York). Van het begin af aan is Enwezor ook voor The Walther Collection een belangrijke sparringpartner geweest.