Met ingang van 1 januari 2017 legt Alize Zandwijk haar functie van artistiek directeur bij het Ro Theater neer. Na zeventien jaar bij het Rotterdamse theatergezelschap werkzaam te zijn vindt ze het tijd worden voor een nieuwe stap in haar carrière en wil ze plaats maken voor een volgende generatie theatermakers. Wie haar op gaat volgen is nog niet bekend.

Sinds 2006 is Zandwijk artistiek directeur van het Ro Theater. Daarvoor werkte ze vanaf 1998 als vaste regisseur bij het Ro Theater, toen nog onder artistiek leiderschap van Guy Cassiers. Sinds 2003 verzorgt ze met regelmaat gastregies in Duitsland bij het Thalia Theater Hamburg, Deutsches Theater Berlin en Theater Bremen. Haar werk laat zich samenvatten als anti-elitair, rauw en geëngageerd. Ze toont mededogen met de onderkant van de samenleving, die ze opvoert met humor en fantasie. In haar beleid voor het Ro Theater richt ze zich op de verankering van het gezelschap in Rotterdam, de samenwerking met internationale partners en het werken met jonge makers en hedendaagse schrijvers.

Haar debuutregie Nachtasiel bij het Ro Theater is een internationaal succes op het Edinburgh International Festival en de Wiener Festwochen. Voor hun gezamenlijke werk krijgen Cassiers en Zandwijk in 2002 de Albert van Dalsumprijs. Zandwijks enscenering van Platonov wordt in 2006 geselecteerd voor het TF 1 Theaterfestival. Zandwijk introduceerde in Nederland het werk van de Duitse toneelschrijfster Dea Loher en de Canadese schrijver Wajdi Mouawad, wiens toneelstuk Branden genomineerd werd voor de Toneel Publieksprijs 2012. Ook haalde het Ro Theater onder haar leiding nieuwe theatermakers bij het gezelschap zoals Jetse Batelaan, Marjolijn van Heemstra en recentelijk Sadettin Kirmiziyüz.

Op 12 september 2014 gaat Zandwijks nieuwe voorstelling Vuurvrouwen in première bij het Ro Theater. Op 15 januari 2015 gaat ze in Berlijn in première met Dea Lohers voorstelling Gaunerstück, een coproductie van het Ro Theater met het Deutsches Theater. En op 13 maart 2015 is haar première van LEGER, een nieuwe tekst van Rik van den Bos.