Huid

Russell Banks (1940) is een van Amerika’s meest prestigieuze romanschrijvers. Zijn thema’s betreffen veelal de mens die zich aan de zelfkant of onderkant van de samenleving beweegt. De fictieve omgevingen waarin zijn verhalen zich afspelen put hij uit zijn jeugd. Zijn boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald en hij ontving talloze prijzen en onderscheidingen. Hij woont afwisselend in Upstate New York en in Miami, Florida. Zijn nieuwste roman Huid verscheen 6 april 2013 in de boekhandel.

Kid, een ietwat naïeve zedendelinquent van amper 22 jaar, wordt dakloos na het uitzitten van zijn straf en hij voegt zich bij een kolonie anonieme zedenplegers die zich gevestigd heeft onder het viaduct van de Causeway: een netwerk van wegen die Calusa, een grote stad aan de kust van Florida, met de eilandengroep, de Reef Barrier Ilses, verbindt. Deze groep bestaat uit een gelaagde afspiegeling van de maatschappij: van een schuchtere jonge knul tot een vooraanstaand politicus. Volgens de wet zijn deze zedenplegers onder toezicht gesteld en mogen geen verblijfplaats kiezen binnen een straal van 750 meter van de bewoonde wereld, en vooral niet daar waar zich kinderen ophouden. Behalve in de onaantrekkelijke moerassen, die zich ten noorden van de stad bevinden, is de vochtige en tochtige ruimte onder de Causeway de enige plek waar ze kunnen wonen.

Kid leeft in een geïmproviseerd tentje met zijn volwassen leguaan Iggy die hij op 10-jarige leeftijd van zijn moeder heeft gekregen. Kid is opgegroeid zonder vader en met een losbandige moeder waardoor hij leefde als een eenzame buitenstaander, met als enige vriend Iggy, en hij zijn tijd doodde door het kijken naar porno en het bezoeken van chatrooms. Op een dag wordt hij benaderd door een professor in de sociologie van de Universiteit van Calusa die Kid wil ondervragen omdat hij onderzoek doet naar de leefomstandigheden van zedendelinquenten onder de Causeway. Kid is aanvankelijk heel wantrouwend, maar gaandeweg groeit er een band tussen de erudiete, wereldwijze professor en de wereldvreemde Kid. Als de professor hem te hulp schiet na een razzia door de politie, geeft Kid voor het eerst iets van vertrouwen aan een mensachtig wezen en neemt hij aarzelend zijn hulp aan in ruil voor de interviews over zijn leven. Hun kwetsbare vriendschap komt onder druk te staan als blijkt dat de professor ook zo zijn demonen uit het verleden heeft.

Banks heeft een haarscherp beeld neergezet van de nijpende omstandigheden waaronder deze groep zedendelinquenten leeft. Zo zou je een dier nog niet willen laten verkommeren, is de gedachte die als eerste opkomt. De auteur weet met zijn personage Kid sympathie te kweken voor dit uitschot van de maatschappij, dat door iedereen wordt uitgespuugd. Achter elke zedenpleger zit een pijnlijke, traumatische gebeurtenis en de auteur maakt dit aanschouwelijk vanuit het perspectief van Kid die in zijn jonge leven slechts één grote fout heeft gemaakt, echter zonder ooit één seksuele activiteit te hebben ontplooid.

Het boek staat bol van maatschappijkritische noten, die verpakt zijn in prachtige metaforen en filosofische gedachtegangen. Het verhaal gaat over de naïeve Kid en de alwetende professor, twee totaal tegengestelde personages die voorzichtig over elkaars grenzen heen begrip proberen te krijgen voor hun wereld. Huid staat symbool voor het pantser waarachter de menselijke geest zich kan verbergen, een kwetsbaar omhulsel dat naar gelang de omstandigheden afgepeld kan worden waarna er niets anders overblijft dan de schrijnende binnenkant. Hoewel een dergelijk thema al snel moralistisch kan zijn, voelt het lezen van Huid aan als een warm bad, terwijl je door de onvermijdelijke afkoeling en verrimpeling van je huid, eruit zou moeten stappen.

Banks doet denken aan grote schrijvers als Gabriel Garcia Marquez, Herman Hesse en George Orwell. Het boek is in feite een verhandeling over goed en kwaad, over schuld en boete, over recht en onrecht, over grenzen bewaken en overschrijden, over geloof en ongeloof, over waarheden die leugens zijn en over leugens die misschien wel waar zijn.

Huid is een waar meesterwerk dat integer geschreven is met een scherp oog voor details van de menselijke natuur en zijn habitat en in een onuitputtelijke poëtisch lyrische taal waarin de schoonheid van de boodschap minstens zo ontroerend is als het verhaal waarin het vervat is.