Rialto
In 1920 begon filmliefhebber Anton Pierre du Mée, in het dagelijkse leven vertegenwoordiger in chocolade, aan het realiseren van zijn grote droom: het bouwen van een eigen bioscoop. Een jaar later was de bioscoop gereed: Rialto was geboren. Du Mée richtte zich vooral op de buurt en op kinderen, met een nadruk op verantwoorde films. Het ging jarenlang goed, maar in de jaren 60 en 70, Du Mée was inmiddels overleden, ging het bergafwaarts. In 1980 dreigde zelfs sluiting.
In de jaren 70 was er in Amsterdam een groep cinefielen actief die het toen bestaande aanbod in de stad te mager vonden. Allerlei prachtige, artistieke films waren in Amsterdam niet te zien en dat moest veranderen. Deze groep mensen, uiteindelijk verenigd in de Stichting Amsterdams Filmhuis, vertoonden op verschillende plekken in de stad hun films, maar een echt goede locatie bleek niet voorhanden.
Totdat de toenmalige operateur van het zieltogende Rialto de eigenaren van de bioscoop in contact bracht met de stichting. Met de hulp van de gemeente ging het snel: in 1982 trok de stichting in het oude bioscooppand om er nooit meer weg te gaan. Na diverse verbouwingen is Rialto getransformeerd tot een modern theater met drie zalen en een café. Maar de naam is gebleven, net als de zo kenmerkende voorgevel.
Rialto heeft altijd de niet-westerse cinema een warm hart toegedragen. In augustus vindt het festival World Cinema Amsterdam plaats in Rialto. Ook kenmerkend voor Rialto zijn de vele specials: kunstfilms in Cracking the Frame, documentaires in Docupodium, klassiekers in Rialto Klassiek, nieuw filmtalent in Rialto For Short, etc.